Geschiedenis
Veem House for Performance, voorheen Het Veem Theater, is al meer dan 35 jaar een plek voor avant-garde en experiment en kent een rijke geschiedenis die allesbehalve saai & stoffig is.
Van pakhuis tot creatieve broedplaats
Het pand van Het Veem werd tot 1979 gebruikt als pakhuis: koffie, thee, gedroogde tabak en donkere cacao werden er opgeslagen. Deze geuren hingen nog tussen de muren toen BEWegings THeater (BEWTH) het leegstaande pand begon te gebruiken als voorstellingslocatie. Tussen 1979 en 1981 trad BEWTH meer dan 80 keer op in de lege industriële kathedraal en bracht de monumentale schoonheid van het gebouw onder de aandacht van anderen. Ondanks het plan om het gebouw in 1982 te slopen, namen kunstenaars, architecten, galeriehouders, goudsmeden, timmerlieden en andere creatievelingen hun intrek in Het Veem. Gezamenlijk bouwden ze bijna 70 werkplekken en studio’s die vandaag de dag nog steeds in gebruik zijn.
Na de voorstellingen van BEWTH, neemt Bewegingsstudio Amsterdam er intrekt en maakt van de grote ‘monsterzaal’ een theater, en al snel bruist Het Veem van de creatieve bedrijvigheid en werd het een broedplaats voor nieuwe vormen van performance.
Stichting Het Veem Theater
In 1986 werd Stichting Het Veem Theater opgericht. Het Veem Theater werd dé plek voor podiumkunstenaars om hun praktijk te ontwikkelen. Bekende fysieke kunstenaars als Rob List, Rob de Graaf, Karina Holla, Roy Peters, Ine te Rietstap, Boukje Schweigman en Jakop Ahlbom kregen in Het Veem de ruimte om te experimenteren en ontwikkelden hun eigen artistieke praktijk. Werken van o.a. Diego Gil, Sanja Mitrović, Alma Söderberg, Rodrigo Sobarzo, Samira Elagoz en Ogutu Muraya vonden hun oorsprong in Het Veem in de jaren daarna, voordat ze de wereld rondreisden.
Diverse artistiek leiders hebben Het Veem Theater door rustigere en wildere tijden geleid. Elk van hen had een specifieke signatuur, maar terugkijkend op meer dan 30 jaar geschiedenis wordt duidelijk dat Het Veem Theater altijd het huis is geweest voor experiment: een huis voor alternatieve voorstellen, stemmen, stijlen, gedragingen en visies. Deze geschiedenis informeert ons nog steeds, het vormt de grond en het fundament waarop we Het Veem Theater, nu Veem House for Performance, verder uitbreiden, bouwen en heruitvinden.
100 Dagen Huis
In de beleidsperiode 2017-2020 veranderde Het Veem Theater haar naam in Veem House for Performance en kreeg het een positief advies van het AFK (Amsterdams Fonds voor de Kunst). Het AFK erkende het belang van Veem House als innovatief etablissement en Veem House was ineens het grootste dans- en productiehuis van Amsterdam. Ondanks deze erkenning kreeg Veem House slechts een minimale verhoging van de financiering toegewezen – een substantieel lager bedrag dan gevraagd. Veem House besloot de structuur radicaal te veranderen en werd het 100 Dagen Huis. In plaats van het hele jaar open te zijn, zou Veem House honderd opeenvolgende dagen per jaar open zijn. Op deze manier kon Veem House blijven leveren conform de goedgekeurde visie en voorgestelde werkwijze. Het koos kwaliteit boven kwantiteit.
Het 100 Dagen Huis was een statement, een noodgedwongen actie waarmee Veem House een probleem wilde blootleggen. Maar slechts honderd dagen open zijn betekende ook 265 dagen per jaar gesloten zijn. Bij Veem House was er een grote vraag naar continuïteit, betrokkenheid, gemeenschap, zorg en solidariteit. Voor de beleidsperiode 2021-2024 zal Veem House daarom het hele seizoen open zijn. Kwaliteit boven kwantiteit blijft daarbij een belangrijk aspect, net als tijd, ruimte en aandacht.
Amsterdam, een stad voor performancekunst
Net als Veem House, heeft de stad Amsterdam een rijke historie op het gebied van performancekunst. Het was dé plek voor dans en performance in binnen- en buitenland. In de jaren zestig namen de lokale bevolking de bus van Amsterdam naar een boerderij in Loenersloot, waar Ritsaert ten Cate het Mickery Theater oprichtte en een onmisbaar verlengstuk van de Amsterdamse performance-scene werd. Daar werd internationale performancekunst gepresenteerd, beroemde New Yorkse collectieven als The Living Theatre en La Mama Experimental Theatre schokten het Nederlandse publiek met nog nooit eerder vertoonde vormen van performance.
Halverwege de jaren zeventig verhuisde Marina Abramović naar Amsterdam vanwege het gunstige kunstklimaat. Zij en Ulay hadden elkaar nog maar net ontmoet, toen ze hun later bekende voorstelling Point of Contact in De Appel uitvoerden – lang voordat ze allebei beroemd zouden worden.
Het huidige klimaat in Amsterdam maakt het moeilijk voor jonge artiesten om hier te blijven en zich hier te vestigen, maar het blijft een interessante stad voor jonge performance- en dansartiesten. Zeker met opleidingen als de School for New Dance Development, DAS Graduate School of Rijksakademie, die studenten van over de hele wereld aantrekken. Deze makers blijven in de voetsporen treden van hun voorgangers door hun zoektocht naar nieuwe bewegingsvormen voort te zetten. We nodigen ze uit om hun reis in ons huis voort te zetten en samen met onze partners creëren we ruimte voor experiment en bouwen we aan een duurzaam klimaat voor dans, performance en mime in Amsterdam – een klimaat waarin ze kunnen verblijven, settelen en blijven groeien.